머리말 이책은네덜란드어의초급문법을익힌학습자들이보다중, 고급텍스트를읽기위해필요한중급이상의문법을설명한학습서이다. 일상생활에서기본적인언어소통은문장을기본단위로하기때문에이책의구성은문장 (zin) 에대한기본적인이해로출발하였다. 제1부문장론 (zinsleer) 에서는문장의개념, 문장의구조, 문장의구성요소, 문장구성요소가위치하는문장영역, 문장구성요소의어순등네덜란드어문자의전반적인문장의구조에대해설명하였고, 제2부품사론 (woordsoorten) 에서는문장을이루는요소로서의미를갖는최소단위인형태소에서부터단어, 구 ( 句 ) 에대한종류및기능과역할을다루었다. 제3부 ( 알파벳, 발음, 음절, 강세, 대문자, 단어부호, 구두점 ) 에서는네덜란드어문장을이루는최소단위들인음성, 음소, 음절에대해다루었다. 각장 ( 章, hoofdstuk) 마다독해텍스트를제시하여터득한문법을응용하도록하였으며, 연습문제도수록하여각장에서설명되는문법내용을실질적인응용과이해를도모하였다. 이학습서에참고한주요서적들은다음과같다. A.F. Florijn, J. Lalleman and J.H. Maureau, (2006). De regels van het Nederlands. Grammatica voor anderstaligen. 3d pr. Wolters-Noordhoff: Groningen/Houten 2006. Donaldson, Bruce. (1997) Dutch: A Comprehensive Grammar. Oxford: Routledge. 7. E-ANS. (1997). Algemene Nederlandse Spraakkunst. Versie 1.2. Folkert Kuiken. Ineke Vedder. Regelrecht. Amsterdam : VU M.A. Dumon Tak, A.M. Fontein en L.H.M. van Palenstein. (1998). Help! 3 Zal ik u even helpen? Utrecht NCB, tweede druk van de in 1996 herziene versie http://www.dutchgrammar.com http://www.volkskrant.nl/ - http://www.let.ru.nl/ansd/e-ans 2010. 2. 저자
목차 제 1 부 : 문장론 ( 文章論, zinsleer) 1. Cultuur als mentale programmering 3 1 문장 (zin) 이란? 5 2 문장의종류 5 3 문장성분분석 (zinsontleding) 7 연습문제 (oefeningen) 13 2. Cultuurrelativisme 15 4 문장연결요소 (zinsverbindende elementen) 16 5 단축 (samentrekking) 18 연습문제 (oefeningen) 21 3. Beknopte geschiedenis 23 6 문장의영역 (zinsvelden) 24 연습문제 (oefeningen) 30 4. Klimaat 33 7 부정사구문 ( 不定詞構文, beknopte bijzin) 34 8 동명사구문 ( 動名詞構文, nominalisering) 36 9 분사구문 ( 分詞構文, participium/deelwoordconstructie) 36 10 특수구문 37 11 의문사 ( 疑問詞, vraagwoorden) 를포함한문장 38 연습문제 (oefeningen) 40 5. Acties mogen, maar niet te luid graag 43 12 문장성분어순 ( 語順, woordvolgorde) 44 연습문제 (oefeningen) 54 6. Onderwijs 57 13 능동문 (actieve zin), 수동문 (passieve zin) 58
연습문제 (oefeningen) 62 제 2 부 : 품사론 ( 品詞論, woordsoorten) 7. Milieu 67 I. 관사 (het lidwoord) 68 연습문제 (oefeningen) 73 8. Economie 76 II. 명사 (het zelfstandig naamwoord/substantief) 77 1 명사의성 ( 性, genus/geslacht) 77 2 명사의종류 80 3 명사의복수형어미 81 4 여성명사어미 84 5 형용사의명사화어미 84 6 명사의소유격어미 85 7 명사의지소형 (het verkleinwoord/diminutief) 85 8 명사의파생어 88 9 합성명사 (samenstellingen) 89 연습문제 (oefeningen) 91 9. Staking 95 III. 인칭대명사 (het voornaamwoord/het pronomen) 95 연습문제 (oefeningen) 102 10. De mensenredder 104 IV. 지시대명사 (het aanwijzend voornaamwoord/het demonstratief pronomen) 105 1 형태 105 2 용법 105 3 대명사적부사 ( het aanwijzende voornaamwoordelijk bijwoord) : hier, daar, er 106 4 ER 의용법 108 연습문제 (oefeningen) 114
11. Verslaving 119 V. 형용사 (het bijvoeglijk naamwoord/adjectief) 120 1 형용사의용법 120 2 비교급 (de vergrotende trap), 최상급 (de overtreffende trap) 123 3 형용사주요접미사및접두사 127 연습문제 (oefeningen) 129 12. Transport 132 VI. 수사 (het telwoord/numerale) 133 1 기수 (Hoofdtelwoorden) 133 2 서수 (Rangtelwoorden) 136 3 분수 (Breuken) 137 4 온도 138 5 시간읽기 138 6 요일 ( 曜日 ), 날 ( 日 ), 월 ( 月 ), 년 ( 年 ) 139 7 도량형 ( 度量衡 ) 139 8 계산 140 9 나이 140 연습문제 (oefeningen) 141 13. Sport 143 VII. 상호대명사 (het reciprook pronomen/het wederkerig voornaamwoord) 144 VIII. 부정대명사 (het onbepaald voornaamwoord/indefiniet pronomen) 144 IX. 의문대명사 (het vragend voornaamwoord/interrogatief pronomen) 151 1 형태및종류 151 2 의문대명사적부사 waarvoor, waarmee, waarover... 153 연습문제 (oefeningen) 154 14. Mensen verstaan spraak ook via de huid 157 X. 관계대명사 (het betrekkelijk voornaamwoord/relatief pronomen) 158 1 관계대명사종류 158 2 관계대명사적부사 160
3 관계대명사의계속적 (uitbreidend), 제한적 (beperkend) 용법 161 XI. 재귀대명사 (het reflexief pronomen/het wederkerend voornaamwoord) 161 연습문제 (oefeningen) 163 15. Wie is er bang voor China? 166 XII. 부사 (het bijwoord/adverbium) 168 XIII. 전치사및후치사 (voorzetsels/preposities, achterzetsels/postposities) 174 1 전치사 (voorzetsels) 174 2 후치사 (achterzetsels) 177 3 이중전치사, 전치사 + 후치사 178 4 전치사구 179 연습문제 (oefeningen) 184 16. De risico's van de democratie 189 XIV. 접속사 (het voegwoord/conjunctie) 191 1 등위접속사 (nevenschikkende voegwoorden) 191 2 종속접속사 (onderschikkende voegwoorden) 195 3 상관접속사 198 4 부사적접속사 (voegwoordelijke bijwoorden) 200 5 부사상관접속사 201 XV. 부정사 ( 否定詞 : negatie/ontkenning) 201 XVI. 간투사 (de interjectie/het tussenwerpsel) 201 연습문제 (oefeningen) 206 17. 'Wereld vergaat pas in 2220' 210 XVII. 동사 (het werkwoord) 211 1 동사 zijn, hebben, worden 211 2 동사의시제 (de werkwoordstijden/tempora) 213 1. 현재시제 (het presens/de onvoltooid tegenwoordige tijd) 214 2. 과거시제 ( het imperfectum/de onvoltooid verleden tijd ) 216 3. 미래시제 (het futurum) 227
연습문제 (oefeningen) 229 18. Politie 231 3 동사의상 (aspect) 232 1. 완료상 ( 完了相 : perfectum/plusquamperfectum/futurum exactum) 232 2. 기동상 ( 起動相 : inchoatieve aspect) 238 3. 진행상 ( 進行相 : duratieve aspect) 238 연습문제 (oefeningen) 239 19. Gezondheid 242 4 동사의서법 ( 敍法, wijs/modus) 243 1. 명령법 (de gebiedende wijs/imperatief) 243 2. 가정법 (De conjunctief, aanvoegende wijs) 244 연습문제 (oefeningen) 245 20. Welkom op Internet 251 5 주어와동사의수 ( 數 ) 의일치 252 6 화법조동사 (Modale hulpwerkwoorden) 254 7 비인칭동사 259 8 계사 ( 繫詞 : Koppelwerkwoorden) 259* 연습문제 (oefeningen) 260 21. Kannibalisme in Duits dorpje, ca. 4.950 jaar v. Chr. 264 9 재귀동사 (reflexieve/wederkerende werkwoorden) 265 10 현재분사 (participium praesentis/het tegenwoordig deelwoord) 266 11 분리및비분리동사 (scheidbare/oscheidbare werkwoorden) 267 연습문제 (oefeningen) 272 22. Bladzijde uit het dagboek van een arts 277 12 동사의부정법 (Infinitief/onbepaalde wijs) 278 13 전치사목적어를취하는동사 281 연습문제 (oefeningen) 285 23. Het verloren been 288
14 동사의어순 289 연습문제 (oefeningen) 292 제 3 부 : 알파벳, 발음, 음절, 강세, 대문자, 단어부호, 구두점 1 알파벳 (het alfabet) 297 2 발음 (uitspraak) 2997 1. 모음 (vocalen/klinkers) 297 2. 자음 (consonanten/medeklinkers) 300 3 음절 (syllaben) 303 4 강세 (stress) 303 연습문제 (oefeningen) 306 5 대문자 (hoofdletters) 308 6 단어부호 (woordtekens) 309 7 구두점 (leestekens) 311 연습문제 (oefeningen) 314
1 Cultuur als mentale programmering Ieder individu draagt patronen in zich van denken, voelen en potentieel handelen die in de loop van haar of zijn leven zijn aangeleerd. Veel hiervan wordt opgedaan in de vroege kindertijd, omdat een mens in die periode het meest ontvankelijk is, het makkelijkst leert en assimileert. Zodra bepaalde patronen van denken, voelen en handelen zich binnen iemands persoonlijkheid hebben vastgezet, moeten deze eerst afgeleerd worden vóór zij of hij iets anders kan leren; en iets afleren is moeilijker dan iets voor de eerste keer aanleren. Naar analogie met de manier waarop computers worden geprogrammeerd, worden hier dergelijke patronen van denken, voelen en handelen mentale programma s genoemd. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat mensen geprogrammeerd worden op dezlfde manier als computers. Iemands gedrag wordt maar voor een deel bepaald door haar of zijn mentale programmering: de mens beschikt over een fundamenteel vermogen om daarvan af te wijken en te reageren op manieren die nieuw, creatief, destructief of onverwacht zijn. De mentale programmering waarover dit hoofdstuk gaat, geeft alleen aan welke reacties waarschijnlijk en begrijpelijk zijn vanuit iemands verleden. De bronnen van onze mentale programmering bevinden zich in de sociale omgeving waarin we zijn opgegroeid en onze levenservaring hebben opgedaan. De programmering begint in het gezin; wordt voortgezet op straat, op school, in jeugdgroepen, op het werk, en in de woongemeenschap. De meeste mensen zouden uit het milieu reageren. Mentale programma s variëren even sterk als de milieus waarin ze zijn ontstaan. Een gebruikelijke term voor dergelijke mentale programma s (in computerjargon zou men van mentale software kunnen spreken) is cultuur. Dit woord heeft verschillende betekenissen, die allemaal zijn afgeleid van een Latijnse stam die duidt op het bewerken van de grond. In de meeste westerse talen betekent culuur in de eerste plaats beschaving, en met name de vruchten van een dergelijke beschaving, zoals onderwijs, kunst en literatuur. Dit is 'cultuur in engere zin'; ik noem het soms 'cultuur één'. Maar cultuur als mentale programmering is een veel breder begrip, dat aansluit bij het gebruik van het woord 'cultuur' in de antropologie: dit is 'cultuur twee'. Antropologie (in het bijzonder culturele antropologie) is de wetenschap die menselijke samenlevingen bestudeert, meestal traditionele of 'primitieve'. In de antropologie is 'cultuur' een trefwoord voor al die patronen van denken, voelen en handelen waarvan in de voorgaande paragrafen sprake was. 'Cultuur twee' omvat niet alleen activiteiten die geacht worden de geestelijke beschaving te bevorderen, maar ook gewone en alledaagse zaken zoals groeten, eten, het al dan niet tonen van gevoelens, het bewaren van een zekere fysieke afstand tot anderen, het bedrijven van de liefde of het verzorgen van het lichaam. Politici en journalisten verwarren nogal eens cultuur twee en cultuur één met elkaar, zonder het zich 제 1 부문장론 (zinsleer) 3
bewust te zijn. Aanpassingsproblemen van immigranten in hun gastland worden dan in één adem genoemd met (en soms oplosbaar geacht door) volksdansgroepen. Maar cultuur twee geeft te maken met veel fundamentelere menselijke processen dan cultuur één; met dingen die pijn doen. Cultuur (twee) is altijd een collectief verschijnsel, in meerdere of mindere mate gedeeld door mensen die leven of leefden in dezelfde sociale omgeving: de plaats waar deze cultuur werd verworven. Het is de collectieve mentale programmering die de leden van een groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere. Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren. Cultuur wordt overgedragen via onze sociale omgeving en niet via onze genen. Cultuur moet worden onderscheiden van de menselijke natuur aan de ene kant, en van de individuele persoonlijkheid aan de andere. Over waar precies de grenzen liggen tussen natuur en cultuur en tussen cultuur en persoonlijkheid bestaan in de sociale wetenschappen verschillende opvattingen. De menselijke natuur is wat alle menselijke wezens, van de Russische professor tot de Australische aboriginal, met elkaar gemeen hebben: het universele niveau in onze mentale programmering. Wij erven deze via onze genen; naar analogie met de computer is het de 'systeemprogrammatuur' die ons lichamelijk en primair psychologisch functioneren bepaalt. Het menselijk vermogen om angst, woede, liefde, vreugde en verdriet te voelen, de behoefte om zich met anderen te verbinden, te spelen en zich te oefenen, het vermogen om de omgeving waar te nemen en er met andere mensen over te spreken : dat alles behoort tot dit niveau van de mentale programmering. Maar wat je met deze gevoelens doet, hoe je uiting geeft aan je angst, vreugde, waarnemingen en dergelijke, wordt bepaald door de cultuur. De menselijke natuur is niet zo 'menselijk' als de term aangeeft, omdat we bepaalde aspecten ervan gemeen hebben met sommige diersoorten. De persoonlijkheid van een individu is zijn of haar eigen stuk mentale programmering dat niet gedeeld wordt met enig ander mens. De persoonlijkheid wordt gevormd door eigenschappen die gedeeltelijk zijn aangeboren binnen de unieke reeks genen van het individu en die gedeeltelijk zijn aangeleerd. 'Aangeleerd' betekent: gevormd door zowel de invloed van collectieve programmering (cultuur) als door unieke persoonlijke ervaringen. Cultuurkenmerken werden vroeger vaak als erfelijk beschouwd, omdat men geen andere verklaring kon vinden voor de opmerkelijke duurzaamheid van verschillen in cultuurpatronen. Men onderschatte het proces van leren van voorgaande generaties en doorgeven aan volgende. De rol van de erfelijkheid is zwaar overtrokken in de pseudo-theorieën over ras, die onder meer geleid hebben tot de holocaust in de tweede wereldoorlog. Conflicten tussen etnische groepen ontstaan vaak door ongefundeerde gevoelens van aangeboren culturele superioriteit en inferioriteit. < Geert Hoofstede, Allemaal andersdenkenden > 4 네덜란드어문법
I 문장 (Zin/sentence) 1 문장 (zin) 이란? 문장 (zin) 이란생각, 의지, 감정등정신생활의표현욕구를한개의단어혹은일련의단어군으로표현하는언어단위를일컫는다. 말을할경우문장은대부분문장을끝내는어조나휴지기간을갖게되어문장의경계가나타난다. 글로쓸경우문장은마침표, 의문부호, 감탄부호등의구두점으로경계가나타나며새로운문장의시작은대문자로시작된다. 2 문장의종류 문장의종류는첫째, 형태에의한분류로문장에서가장중요한정동사 (persoonsvorm, finite verb) 의수에따라한개의정동사를갖는단문, 두개이상의정동사를갖는복문, 정동사가없이한개의단어혹은정동사가없는일련의단어군으로형성되어있는단형문 (de korte taalvorm) 이있다. 둘째, 의미에의한분류로평서문, 의문문, 명령문, 감탄문으로구분된다. A. 형태에의한분류 1. 단문 ( 單文, enkelvoudige zin) : 하나의주어 (subject) 와한개의동사술어 (gezegde) 인정동사를갖는문장 De stoot is vreselijk. Jan fietst. Zeno heeft een verhaal verteld. 2. 복문 ( 復文, samengestelde zin) : 한문장안에두개이상의정동사를갖는문장 Zeno vertelde dat hij in Roermond geweest was. Darius miste de trein want hij moest heel lang voor de brug wachten. 이처럼두개이상의정동사로이루어져있는복문은각정동사를갖는문장간의결합관계는다음과같다. 1) 등위적관계 ( 等位的關係, nevenschikkend zinsverband) : 복문을이루고있는문장들이상호등위적으로결합된경우로이러한문장을등위문 ( 等位文, nevenschikkende zin) 이라한다. Je doet het of je doet het niet. Darius miste de trein want hij moest heel lang voor de brug wachten. 제 1 부문장론 (zinsleer) 5
2) 종속적관계 ( 從屬的關係, onderschikkend zinsverband) : 복문을이루고있는문장들은그문장들이모여이루는하나의상위 ( 上位 ) 의문장속에종속된다. 이와같이한문장은다른문장내에종속되어문장성분 (zinsdeel) 의역할을하는종속적인관계를갖는데종속되는문장을종속문장혹은부문장 ( 從屬文章, 副文章, bijzin) 이라하고종속문을포함하고있는상위의문장을주문장 ( 主文章, hoofdzin) 이라한다. Ik hoop dat je niet doet. Zeno vertelde dat hij in Roermond geweest was. 주문장은문장이표현해내는의미및형태에따라평서문 (mededelende zin), 명령문 (gebiedende zin), 의문문 (vragende zin) 으로구분할수있다. 종속문은그종속문이주문장내에서어떠한문장성분 (zinsdeel) 역할을하느냐에따라주어절, 목적어절, 부사절등으로구분한다. 이러한종속문들은일반적으로 1 종속접속사, 주어, 정동사를생략하지않은보통의종속문 (gewone bijzin) 과 2 종속접속사와주어를생략하고동사의형태를각기 'te+ 부정형 ', ' 분사형 ', ' 동명사형 ' 으로바꾸어종속문장의역할을표현해내는부정사구문 ( 不定詞構文, beknopte bij zin), 분사구문 ( 分詞構文, participium), 동명사구문 ( 動名詞構文, nominalisering) 이있다. a) 보통의종속문 (gewone bijzin) Dat het geregend heeft is niet waar. ( 주어절 ) Frida gelooft niet dat het geregend heeft. ( 목적어절 ) Toen ik klein was, woonde ik in een dorp. ( 부사절 ) b) 부정사구문 (beknopte bijzin) Ze bekende het geld gestolen te hebben. (= Ze bekende dat ze het geld gestolen had.) c) 분사구문 (participium) Huilend gaat hij naar huis. (= Terwijl hij huilt, gaat hij naar huis.) d) 동명사구문 (nominalisering) Televisie kijken is voor hem een straf. (= Dat hij televisie kijkt is voor hem een straf.) 3. 단형문 (de korte taalvorm) : 정동사가없고한개의단어혹은단어군으로이루어진문장 Brand! Je geld of je leven? De deur uit. 6 네덜란드어문법
B. 의미에의한분류 1. 평서문 : 이야기하는사람의판단을나타내거나어떠한사건에대한보고를나타내는경우에쓰이는문장으로배어법, 억양, 화법에의하여나타나며마침표로문장이맺어진다. De Vlamingen versloegen het Franse leger in 1302. Hij heeft de zinnen zorgvuldig in zijn schrift geschreven. 2. 명령문 : 말하는사람의의사, 즉명령, 권고, 금지, 독촉, 요구, 소원따위의내용을나타내는문장으로감탄부호로맺어진다. Kom even hier! Lees jij de zin eens! 3. 의문문 : 의문문은형식상으로는완전한문장이지만내용적으로는불완전한서술문이다. 그것은그내용을이야기하는사람에게미지의부분이있는데그점에관한고지나보고를바라고있기때문이다. 그러므로불완전한문장으로서의의문문은거기에대한대답이있어야비로소완전한문장이되는셈이다. 의문문은항상 2인칭상대자가설정되며의문부호로맺어진다. 1) 의문사가없는의문문 : Kan je niet een beetje opschikken? 2) 의문사가있는의문문 : Wat gebeurt met de rest? 4. 감탄문 : 이야기하는사람이특히강한감동으로그사상을나타내는문장유형으로비탄, 희열, 고통, 노여움, 번민, 불쾌감따위를전언하거나외침을내용으로한다. Wat doe je nou toch weer! Hoe vaak moet ik het je nog vragen. 3 문장성분 (zinsontleding) 문장은단어혹은단어그룹들로이루어져있다. 각단어혹은단어그룹들은상호일정한관계를맺으며문장내에서기능을띠고있다. 문장에서일정한기능을띤단어혹은단어그룹혹은문장을문장성분 (zinsdeel) 이라한다. 또한문장성분을이루고있는형태혹은문장성분의내적구조를문장성분구조 (constituent) 라부른다. 문장에대한구조적이해는첫째, 문장이어떤문장성분으로구성되어있나? 둘째, 문장을이루고있는문장성분들은상호어떠한관계를갖고있으며각각의문장성분은문장내에서어떠한기능을갖는가를파악하는데에있다. 문장에서일정한기능을갖는문장성분을구성할수있는요소들을범주 (categorie) 에따라구분할때우리는이른바품사 (woordsoorten) 라고부른다. 예 Gisteren liep Jan op straat met een bal. 제 1 부문장론 (zinsleer) 7
기능 (functie) 문장성분 (zinsdeel) 범주 (categorie) : 품사 (woordsoorten) gistern 부사적수식어 (adverbiale bepaling) 부사 (adverbium) liep 술어 (gezegde) 동사 (werkwoord) Jan 주어 (subject) 명사 (substantief) op straat 부사적수식어 (adverbiale bepaling) 전치사구 (prepositieconstituent) met een bal 부사적수식어 (adverbiale bepaling) 전치사구 (prepositieconstituent) 1. 술어 (het gezegde) 1) 정동사 ( 定動詞, persoonsvorm) : 주어의인칭 (persoon) 과수 ( 數, getal) 에일치하여활용된 (congruentie) 동사형 ( 動詞型 ) 으로문장의축 ( 軸 ) 역할을한다. Ik werk aan de universiteit van Groningen. Ik zou soms graag op een andere universiteit willen werken. 종속문 (bijzin) 에도역시술어가있으나항상정동사를포함하고있는것은아니다. 왜냐하면종속문은술어에정동사는없고동사의부정형으로만이루어지는부정사구문을취하고있는경우가있기때문이다. Men zegt dat zij aan de universiteit van Groningen werkt. Men zegt dat die mensen aan de universiteit van Amsterdam gewerkt hebben. Het is niet gemakkelijk om aan een universiteit te werken. 2) 동사술어 (werkwoordelijk gezegde) : 정동사와함께술어역할을하는동사군를이루는문장성분 Je hebt zeker nog geen boodschappen gedaan, hè? Heb je niet gehoord dat er de afgelopen jaren veel ongelukken zijn gebeurd op die weg? Tot 1986 heeft die vrouw aan de universiteit van Amsterdam gewerkt. Wij hadden je veel eerder moeten waarschuwen. 동사술어에는복합동사의분리전철, 재귀대명사, 동사구도포함된다. De agent kijkt aandachtig in de straat rond. ( 분리전철 ) Gisteren heeft hij een bezoek gebracht. ( 동사구 ) Ik herinner me dat voorval goed. ( 재귀대명사 ) 동사구의예 : partij kiezen, gebruik maken, zin hebben, gevaar lopen, kans lopen, de geest geven, een bezoek brengen, grote ogen opzetten, zijn huid duur verkopen, in duigen vallen, te gelde maken, aan het werk gaan, ten val komen, ten laste leggen, op de loop gaan... 8 네덜란드어문법
네덜란드어문법 초판인쇄 2010 년 2 월 15 일초판발행 2010 년 2 월 25 일 지은이 김영중펴낸이 박철펴낸곳 한국외국어대학교출판부 130-791 서울시동대문구이문동 270 전화 (02)2173-2495~6 팩스 (02)2173-3363 홈페이지 http://press.hufs.ac.kr 전자우편 press@hufs.ac.kr 출판등록 제 6-6 호 (1969. 4. 30) 디자인 편집 ( 주 ) 이환디앤비 (02)2254-4301 인쇄 제본 ( 주 ) 동화인쇄공사 (02)719-7181 ISBN 978-89-7464-596-0 13750 정가 18,000 원 * 잘못된책은교환하여드립니다. 불법복사는지적재산을훔치는범죄행위입니다. 저작권법제136 조 ( 권리의침해죄 ) 에따라위반자는 5년이하의징역또는 5천만원이하의벌금에처하거나이를병과할수있습니다.